woensdag 18 april 2018

Architectuur voor het hart

De huizen waarin we leven, de gebouwen die we binnen gaan of soms zelfs alleen maar van buitenaf bekijken doen iets met je, meestal heel beperkt en subtiel, soms heel uitdrukkelijk en indrukwekkend. De concurrentieslag onder architecten, steden en bedrijven om imponerende musea, burelen of andere gebouwen te bouwen toont par excellence het geloof van het impact van architectuur op de mens.
(Mont St.Michel
eigen foto  sept. 2012)
Als toerist bezoeken we allemaal andere plekken op zoek naar gebouwen die ons iets willen vertellen. De nieuwe architectuur zoals we die zien in bvb. de Fondation Vuitton (Parijs) -om maar een van de meest iconische gebouwen te noemen- wil vooral verbluffen, indruk maken, spektakel bieden, een wauw-gevoel oproepen.

Andere, oudere gebouwen spreken dan soms heel anders tot de bezoeker. Als toerist of toevallige passant kan je sterk zijn aangesproken door een detail of juist door een samenspel van factoren. Met wat foto's probeer je dan als bezoeker iets vast te houden van de beleving van een gebouw, ook al is het besef prominent dat dit maar surrogaat is. En woorden voldoen vaak niet. Dichters kunnen dan helpen.

De Zweedse dichter Tomas Tranströmer verwoordt zijn ervaring bij het bezoek van een grote Italiaanse romaanse kerk. Dank zij bepaalde gebouwen kunnen we als mens in onszelf ontdekkingen doen. En dank zij de woorden van een dichter kunnen we die ontdekking ook een plaats geven.


ROMAANSE BOGEN

Binnen in de geweldige romaanse kerk verdrongen de toeristen zich
          in het halfdonker.
Gewelf na gapend gewelf en geen overzicht.
Een paar kaarsvlammen flakkerden.
Een gezichtloze engel omhelsde mij
en fluisterde door heel mijn lichaam:
'Schaam je niet een mens te zijn, wees trots!
Binnen in je opent zich in oneindigheid gewelf na gewelf.
Nooit zal je klaar zijn en zo moet het zijn.'
Ik was blind van tranen
en werd de zonziedende piazza opgejaagd
samen met Mr. en Mrs. Jones, Meneer Tanaka en Signora Sabatini
en binnen in hen allen opende zich in oneindigheid gewelf na gewelf.

(vertaling: Bernlef, uit: De herinneringen zien mij. Amsterdam, 2012, blz. 240)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten