Op 3 februari van vorig jaar postte ik een gedicht van J.L.Borges over de zee, een filosofische getinte mijmering over wie de zee is en wat die zee doet met de mens die hem ziet.
Twaalf jaar na dat vers publiceert deze dichter opnieuw een zeegedicht, maar nu krijgt de zee een heel ander gezicht: de zee als decor voor literatuur en geschiedenis.
Het is mooi om te zien hoe eenzelfde dichter in de loop der jaren tot een heel ander gedicht komt bij het bekijken van de altijd andere zelfde zee
DE ZEE
De zee. De jonge zee. Odysseus'zee,
de zee van een andere zwerver, de beroemde,
die de islamiet Sindbad de Zeeman noemde.
De zee van grijze golven, nooit gedwee,
die van Erik de Noorman, op zijn steven,
en die van hem die ons met heldendicht
en klaaggezang over zijn land bericht,
in het moeras van Goa aangeheven.
De zee van Trafalgar, door Engeland
zo vaak geëerd in zijn geschiedenis,
de stugge, die roemrijk en bloedig is
omdat er dagelijks oorlog is ontbrand.
De onophoudelijke zee die in de vroege
ochtend het oneindig zand nog zal doorploegen.
(uit: J.L.Borges, Alle gedichten vertaald door Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer
. Amsterdam, 2011, blz.673)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten