dinsdag 9 februari 2021

Aandacht, aandacht

 Gedwongen door de maatregelen voor het terugdringen van de covid-19 pandemie -en dat zal nog even duren, vermoed ik- moeten we ons leven herbeleven. Willens nillens worden we verplicht om naar ons eigen bestaan te kijken als een buitenstaander om ons af te vragen wat we kunnen, mogen, willen doen en waartoe we iets wel of niet zouden doen. We worden in feite opgeroepen om met aandacht onszelf en onze omgeving aan te kijken. 
(Gjoko Zdraveski - ©youngpoets.eu)

Aan deze ervaring dacht ik bij het lezen van een bijzonder vers van de dichter Gjoko Zdraveski (Noord-Macedonië, °1985) dat ik las in de Poëziekrant van september-oktober 2020 (jg. 44, nr. 5). Het gedicht heeft drie delen, een zeer lang eerste deel, dan één regel als deel twee om te eindigen met het vierregelige derde deel. 
In het eerste deel van onderstaande gedicht vraag de dichter om aandachtig te leven.  Maar dan in het derde deel, de laatste vier regels, schakelt hij over naar een soort besluit. Hij heeft zichzelf en zijn omstaanders geobserveerd en is tot het besluit gekomen dat een mensenlichaam meer is dan een optelsom van moleculen, zenuwen en bloedbanen. Elk lichaam bergt in zich ervaringen die onze manier van leven mee bepalen buiten onze wil en onze ratio om.
(contact met iemand met dementie
dank zij een geurbox - ©Nursing)

Wat wetenschappers de laatste jaren alsmaar meer ontdekken wordt hier simpel maar krachtig verwoord. Mensen dragen de herinnering mee aan geuren, bewegingen en klanken zelfs als hun verstandelijke mogelijkheden beperkt zijn (of beperkt worden door bepaalde ziekte of ouderdom). Communicatie blijft mogelijk op een ander niveau, met gebruikmaking van andere hersendelen, vanuit een ander ervaringsniveau. Ik gebruik bewust het woord "ander", want niet minder of minderwaardig...Andere dimensies van ons mens-zijn worden naar voor geschoven en vanuit de schaduw gehaald.
Als we dat laten doordringen in ons lijf en in onze geest, dan pas kan het beginnen. 

HET LICHAAM HERINNERT ZICH ALLES

je moet dagenlang stilzitten.
en met gesloten ogen zwijgen. maar
toch wakker blijven en observeren.
je moet dagenlang, beetje bij beetje,
geduldig de geest scherpen.
zodat niets hem zal ontgaan: geen schram
onder de neus, en geen kuiltje
op de rug, en geen zenuwtrekje
tussen top en teen.
je moet je afzijdig houden en alleen
observeren, zonder hartstocht en zonder partij
    te kiezen.
zonder oordeel, zonder een steen te werpen,
    zonder woede.
maar ook zonder vreugde. zonder verlangen.
    gewoon.
rechtop. buiten ruimte en tijd.

en dan pas kun je beginnen.

want het lichaam herinnert zich alles.
ook de angst van je moeder
toen je je omdraaide
in haar buik.
(vertaling: Roel Schuyt)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten