vrijdag 25 februari 2022

Herdenken vraagt te her-denken

In april 1986 explodeerde een kernreactor in Tjernobyl (Oekraïne) en de volgende weken dreven wolken met kerndeeltjes tot over de lage landen. Zo ver is Oekraïne dus verwijderd, niet ver dus. Daar heeft tsaar Vladimir nu een oorlog ontketend. Wat oorlogsgruwelen doen met families en hoe trauma's blijven doorleven ook als er al lang een vredesakkoord is gesloten en het 'gewone' leven is hervat, dat is voor wie het niet heeft hoeven mee te maken zo moeilijk te vatten. 

Deze oorlog zal nog lang een stempel drukken op de geest en het leven van miljoenen mensen. Wat die stempel zoal kan betekenen kunnen we misschien een klein beetje op het spoor komen in volgende verzen, ook al is de context anders, de trauma's zijn er niet minder om. De dichter Lucas Hirsch roept in een reeks van 16 prozaverzen het leven van zijn (?) grootvader en overgrootvader op. De reeks gedichten kreeg als titel mee Ashuis en als ondertitel I.M. Hanna Lauinger  25 januari 1923 - 1 mei 1945. De dichter zegt onmiddellijk in de eerste lijnen van het eerste vers waarop het staat : 

"1.

 Oma controleerde opa's tanden voor het slapen. Oma liep gevaar. Stress van herbeleefde horror, alles wat je niet bedenken kan of wil, opa dromend met gebit kon akelig en bloederig ontwaken zijn." 

En dan wordt opa tot leven gewekt met zijn kampverleden en zijn dementie en hoe het kleinkind dat aan het woord is probeert te leven met dat familieverleden. Hij heeft met zijn vader geprobeerd het leven van zijn grootvader te reconstrueren. Zo kwam hij terecht in Berlijn.

(beeldengroep Het treurende ouderpaar
door Käthe Kollwitz -
Duitse begraafplaats Vladslo
eigen foto)
"10. 

Fasanenstraße 24, Berlijn, de plek waar opa voor de oorlog door de dakgoot kroop als kind, huis nu het Käthe Kollwitz Museum. De oude foto's waarmee ik naar Berlijn was afgereisd, de directrice was verheugd. Ze leidde me langs kamers, kunst en weetjes. Ik archiveerde wat ik bij me droeg. Het leek een plek en een bestemming. We waren nooit vertrokken. Ik nam alles in bezit. Na de renovatie had ze contact gezocht maar opa wilde niet naar huis. Toen niet, nu niet, nooit niet. Berlijn was onverbiddelijk geweest. Opa trots en bitter. Geen stad, geen kunst, geen staat deed opa na de oorlog nog bewegen. Opa kroop voor niemand meer. Boven aangekomen keek ik door het zolderraam en dacht: zo diep vallen dat je nooit meer denkt te staan. Alles breekt. Geen bodem raakt. Er niet door lopen kan en toch, ik sta hier."

En dan overweegt de dichter dat herdenken telkens opnieuw terugdenken kan zijn, maar evenzeer telkens opnieuw denken hoe mensen in/en situaties weer opgenomen moeten worden en telkens opnieuw verwonderd en verbijsterd vragen zien verschijnen. Herdenken blijft een levenslange, generatielange opgave.

"11.

Macht heeft een naam, waanzin, zo ook een zondebok, een dader, het wapen en de dood waarover wel of niet gesproken en geschreven wordt door overwinnaars. Ook al is het op vergeten enveloppen, deuren en glazen, ik schrijf de jouwe iedere dag wel een keer. Ik huil soms als ik je noem. Je naam roept ongemakkelijke vragen op."

(uit: Het Liegend Konijn 2021/2, Jaargang 19, Oktober 2021, blz. 100 ; 103)

Benoemen, namen  uitspreken : 
de machteloze kracht van woorden 
om zelf mens te blijven 
en mens te worden. 
Een zachte tegenzet tegen het vergeten en verdrukken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten