zaterdag 21 mei 2022

De kleinheid van groot zijn, of is het net andersom?

 Politici zijn heden ten dage meer bezig met de vraag of hun partij nog meer stemmen kan halen bij een volgende verkiezing dan met de vraag of de 'polis' (de samenleving) kan groeien in welzijn. Daarin volgen ze de kapitalistische logica van de bedrijfswereld die leeft volgens de mantra : meer groeien om meer te winnen. Geld winnen natuurlijk, niet welzijn of zuiverder lucht of ... Activisten zoeken op hun beurt om hun standpunt meer weerklank te doen vinden, hun invloed te doen vermeerderen op politiek en/of bedrijven. En iedereen wil zijn gelijk liefst zo snel mogelijk gerealiseerd zien. De onzekerheid rond Covid 19 belette niet dat iedereen stond te roepen om onmiddellijke en duidelijke richtlijnen. 
Maar sluit deze wiskundige kijk wel zo goed aan bij de werkelijkheid? Cornelis Verhoeven heeft er zo zijn bedenkingen bij. Deze bedenkingen zouden mijns inziens best wat meer gehoord mogen worden in de verschillende actuele debatten. Zie zelf maar.
(eigen foto)

 "Tot de paradoxale situatie van de mens behoort ook de omstandigheid dat we in het menselijk leven met de factoren grootheid en kleinheid niet, zoals in de wiskunde, kunnen rekenen, tellen en meten, maar dat we die op een heel andere wijze moeten verwerken. In zekere zin kunnen we zeggen dat op het menselijk niveau kleinheid en grootheid, zwakheid en sterkte identiek zijn. Het zwakke is niet per se minder waardevol dan het sterke; het kan zelfs waardevoller blijken, niet alleen ondanks het feit dat het zwak is, maar juist omdat het zwak is. Het zwakke kan door zijn zwakte sterker zijn, het kleine door zijn kleinheid groter. Alleen op het niveau van het menselijk ethos is dat mogelijk.
Zo kan ook het negatieve een positieve betekenis hebben, zoals de crisis, die het bestaan zelf bedreigt. De termen negatief en positief, klein en groot, zwak en sterk kunnen niet gelden als een aanduiding van ethische waarde. Het negatieve is niet per se minder waardevol dan het positieve ; het zwakke kan waardevoller zijn dan het sterke. Niet deze termen, maar alleen de kwalificaties goed en slecht zijn van beslissende betekenis. Dat betekent dat men, om menselijk te oordelen, aan deze termen niet een mathematische betekenis mag geven; het betekent ook dat men de kwalificatie negatief niet als een definitieve mag laten gelden. Wanneer men het negatieve niet ziet in zijn verband met het positieve, dan gebruikt men het begrip verkeerd en komt men in het hanteren daarvan niet tot aan een ethisch peil. Men komt daar eerst door dit verband te zoeken en aldus het oordeel over de waarde van wat zich als negatief aandient, uit te stellen. Het uitstel, de omweg is het menselijke." (uit: Inleiding tot de verwondering, uitg. Ambo, 1967, blz. 165-166)

Hoe graag we het van onszelf zouden willen geloven dat we altijd recht op ons doel afgaan, dat wij altijd resultaatgericht werken, ..., onze menselijke conditie is er een van de omweg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten