donderdag 14 november 2019

Turijn en Kassel en Nietzsche

Enkele weken na mijn bezoek aan Turijn (juni 2019) las ik de roman van Enrique Vila-Matas over Dokumenta 13 (in het jaar 2012) met als titel: "In Kassel is niets wat het lijkt" (uitg. De Geus, 2017).
Deze Spaanse schrijver (°1948) vergelijkt heel even de stad Kassel met Turijn.  "Ik herinnerde me mijn laatste bezoek aan de wonderschone stad Turijn, het was me opgevallen hoe ingetogen en elegant die plek in het noorden van Italië was; eigenlijk was het meer een Franse stad vanwege de verreikende invloed van het huis Savoye. Nooit ben ik vergeten wat een kalme indruk het dagelijks leven daar maakte, het was een kalmte waarvan je aanvoelde dat die gevaarlijk kon zijn, de oorzaak van plotselinge dwaasheden of aangrijpende aanvallen van gekte, zoals die van Friedrich Nietzsche toen hij in januari 1889 zijn hotel verliet en op de hoek van de via Cesare Battisti en de via Carlo Alberto snikkend een paard om de hals viel dat door zijn eigenaar werd geslagen. Die dag brak in Nietzsche het onbestendige dijkje dat al eeuwenlang de rationaliteit van de waanzin gescheiden lijkt te houden. Op die dag nam de schrijver definitief afscheid van de mensen, of de mensheid, het is maar hoe je het bekijkt. Of, nog simpeler gesteld: hij werd gek -al zou je met Kundera kunnen zeggen dat hij het paard slechts zijn excuses aanbood voor Descartes.
De grote import-Turinees Italo Calvino vond dat deze perfecte, geometrische stad kracht, stijl, logica inspireerde. Maar hij voegde eraan toe: 'Men moet niet uit het oog verliezen dat Turijn een en al logica is, maar dat logica de weg vrijmaakt voor waanzin."
In Kassel, dacht ik, gebeurde juist iets heel anders: deze stad was een en al onlogica, die de weg vrijmaakte voor een nieuwe logica."
(uit aangehaald boek: blz. 238-239)


(Turijn Via Po 17 juni 2019)

Jammer dat ik dit niet gelezen had voor mijn bezoek aan Turijn, anders had ik naar de genoemde straathoek even gepelgrimeerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten