zondag 24 juli 2022

De uil en de notenboom

 Een oud en klassiek Nederlands kinderlied heeft het over de uil die op de perenboom zat. Nu wil ik het even hebben over een uil en een notenboom.
De schrijver Cees Nooteboom (°1933) publiceerde begin dit jaar bij uitgeverij Koppernik een mooie dichtbundel "Vos" met gedichten die velerlei thema's bestrijken. De natuur, overleden vrienden en auteurs, de tijd...worden onderwerp van eenvoudige maar niet eenduidige verzen. Hieruit wil ik het schijnbaar simpele gedicht "UIL" lichten (blz. 31 van de bundel).
Het gaat over een uil en een man, het gaat over tijd, het gaat over ouder worden, het gaat over stilte en ritme...het gaat dus ook over wat een gedicht is.
Bij 'uil' kan je natuurlijk nog veel meer associaties maken: de uil van Minerva of Athene, de uil als nachtdier of boodschapper van de dood, als symbool van wijsheid of van slechtheid...
Heel het gedicht is ingeweven binnen het besluit of de vaststelling van de dichter dat hij naar niemand meer luistert. Maar wat daar nu juist mee wordt bedoeld blijft mij een raadsel. Ik weet het niet.
Een tip: lees het traag luidop en neem bij de opsommende zinnen een kleine pauze na elk woord...

UIL

(foto Marc Deconinck - 28 mei 2021)
Nu, langzamerhand, luister ik naar niemand meer.
Voor een gesprek wacht ik op de uil
die de tijd meet. De tijd tussen zijn woorden
is geteld, een metronoom die de waarde
van de woorden meet, woord, stilte, woord.
En dan het volgende woord, ook maar een.
Wij tweeën alleen tussen
het nagenoeg waaiende,
man en uil.

Gaat hij jagen?
Ik weet het niet.
Uil, nacht, man, tijd,
ik hoor het geluid van zijn vleugels,
het geluid van mijn adem,
de schreeuw van de prooi,
dan stilte.

Ik luister naar niemand meer.
(Cees Nooteboom, Vos, uitg. Koppernik, 2022, blz. 31)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten