zaterdag 11 februari 2023

Dichter bij kornoelje -3-

 Toen ik in de verzamelde gedichten van Anneke Brassinga het woordgedicht 'kornoelje' vond(zie vorige blogberichten), dacht ik onmiddellijk: Hubert van Herreweghen (1920-2016) heeft ook iets over kornoelje geschreven. In mijn boekenkast vond ik het nogal vlug: de bundel "Kornoeljebloed. Gedichten", een bundel uitgegeven door Lannoo in 2002 (toen was de dichter al 82 jaar).. Deze bundel bevat zes afdelingen met drie tot zeven verzen. De gedichten wortelen bijna allemaal in een observatie van de directe natuur rond hem. Van daaruit waaieren zijn gedachten uit. Hoe hij ook speelt met taal, toch hangt er over alles een sfeer van berusting en bedachtzaamheid.  De laatste afdeling gaf ook de naam aan de gehele bundel: kornoeljebloed. 
(vruchten van de cornus mas of gele kornoelje
©wikipedia)
De korte notities bij deze vier gedichten geven een inkijk in hoe deze verzen zijn ontstaan. Hij noteert bij de titelbladzijde van deze afdeling: "Merels en lijsters zijn verzot op de rode, rijpe steenvrucht van de kornoeljeboom - of heester, zodat de wandelaar op een bospad naar Oppède-le-Vieux zou vermoeden dat een roofdier daar prooi heeft geslagen. Het is kornoeljebloed."  En boven het eerste van de vier verzen schrijft hij tussen haakjes: ("oktoberwandelingen in de Luberon, een gedachtenis)". In deze reeks spreekt hij een zekere Anna aan.
Toeval bestaat niet...want net toen ik deze berichten opmaakte, mocht ik gaan eten bij vrienden die heel erg betrokken zijn bij de natuur én graag experimenteren in de keuken. Bij het hoofdgerecht lag een gestoofde appel overgoten met een felrood sausje. Deze bleek gemaakt van kornoelje, meer bepaald van de Cornus mas (gele kornoelje...gele bloempjes maar daarna rode vruchten die eetbaar zijn).  Kornoeljebloed???
Laat al deze verhalen maar mooi meeklinken bij het lezen van het tweede gedicht uit de afdeling "Kornoeljebloed".
Zo komen we misschien dichter bij de kornoelje...?!

OPGESPAT KORNOELJEBLOED

Opgespat kornoeljebloed
van de lijsterbek gedropen
op de rots met rossig vel
van het zilver onder 't lover
tondelzwam en kantarel
hagedisje op een menhir
bokje steekt zijn snuit uit 't hout
                              het is ochtend in oktober
slee saffier en rode vlier
marjolein onder de voet
zilverschoon klavertjevier
tijm en akkermunt oktober
grootse zomer is aan 't ebben
sap en kleur vechten om dood
goud en zilver morgen lood.

                             'Anna waarom weende gij?'
(uit :van Herreweghen, Hubert, Kornoeljebloed. gedichten, Uitg. Lannoo, Tielt, 2002, blz. 58)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten