donderdag 16 april 2015

Het menselijke gelaat door kunstenaars gevangen. (3)

(april 2013 Rockox huis Antwerpen)
De dubbeltentoonstelling "Faces Then, Faces Now" toont ons wat ons het meeste boeit aan mensen : het gezicht.
De schilders verbazen ons en verbluffen ons met hun vakmanschap en hun realisme. De fotografen bieden ons onze werkelijkheid terug via hun lens. Met Oscar van den Bogaard kunnen we ons afvragen bij deze honderden portretten : "Wat is de kracht van kunstenaars?"  Op 25 nov. laatst formuleerde van den Bogaard in zijn column in De Standard op deze vraag het volgende antwoord : "Ze kunnen ontwapenen en gevoelig maken! Ze kunnen ont-definiëren, bevrijden, open maken!" Maar wat hun werk echt betekent is uiteindelijk afhankelijk van  de toeschouwer en niet van de artiest. Van den Bogaard vervolgt daarover : "Jij moet betekenis geven aan wat je ziet. Jij moet het zelf geven. Dat vraagt engagement. Jij bent verantwoordelijk voor de betekenis die je geeft. De kunstenaar hoeft niet vertellen wat zijn werk betekent. Jij moet jouw eigen verhaal vertellen. Het feit dat je zelf betekenis moet geven, betekent ook vrijheid."

Maar bij een menselijk gezicht komt voor mij dan ook een tweede uitdaging. De filosoof Emmanuel Levinas stelt dat vanuit elk menselijk gelaat een ethisch appel uitgaat, een oproep, een vraag, een bevel. In deze dubbelexpositie kunnen we blijven haperen bij het technische en formele aspect van deze portretten : een spel van lijnen en kleuren, een bepaalde positionering en invalshoek, sociale codes en historische verwijzingen, enz...We kunnen ons verhaal vertellen van kunde en estethische voldoening.  Maar als bepaalde portretten echt tot ons spreken en ons binnenvoeren bij de persoon tegenover ons, dan groeien we a.h.w. door het kunstwerk heen tot in ons eigen hart.

Het doodsportret van Jan Hoet is voor mij zo'n werk. Je ziet Jan Hoet dood liggen, de spraakwaterval is stilgevallen, het licht is uit zijn ogen en toch spreekt die stilte door tot hier, tot mij, tot nu. Hij zegt iets over mijn vergankelijkheid, iets over het voorbijgaan van roem, iets over de doden die ik al gezien heb op hun sterfbed, iets over...
Nog zo'n werk dat over de tijd heen spreekt is het 'Portret van een man met een rozenkrans' toegeschreven aan Michiel Sittow. De duidelijk oudere man (grijzend haar, gerimpeld gezicht) met een rode rozenkrans in zijn handen staart zijdelings voor zich uit (dromend? mijmerend? biddend?) terwijl zijn mond ernstig staat. Hij is welgesteld wat blijkt uit zijn modieuze en toch eenvoudige kledij. Als ik iets langer bleef toekijken, voelde ik mezelf ook stil worden, mezelf afvragend wie die man is, wat hem bezig houdt, welk leven hij al geleefd heeft en hoe lang hij nog te gaan heeft...

Over grenzen van tijd en ruimte heen in vrijheid ingaan op die andere tegenover mijzelf : dat kan kunst realiseren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten