dinsdag 11 april 2017

Lentebloesems...

In de poëzie wordt op heel verschillende manieren over eenzelfde fenomeen gedicht, iedere vogel zingt nu eenmaal zoals hij of zij gebekt is. Dat is net het mooie. De cijferfetisjisten en zij die zweren bij een eenduidige wetenschappelijke waarheid zijn vlug uitgepraat, terwijl het wonder van bijvoorbeeld de lente uitnodigt om telkens nieuw te kijken, te luisteren, te ruiken, te voelen.

Op deze blog kan je bijvoorbeeld terugbladeren naar 12 maart van dit jaar of 14 maart van vorig jaar voor twee verschillende gedichten over de beginnende lente(Marc Tritsmans en Peter Swanborn). Hier volgt nog een gedicht over de lente, meer bepaald over de bloesems van de vruchtenbomen die nu zo prachtig het landschap beginnen te kleuren.
Ik las deze haiku van Matsuo Bashö in het mooie boek van Rudi Meulemans "De aristocratie der gevoeligen"(blz.111).

Een lieflijke lentenacht                                                          
Plotseling verdwenen
Terwijl we naar de bloesems keken

In één lentenacht kan de bloesem verdwijnen: een felle regenvlaag, een harde rukwind, een vrieskoude nacht. Meer is niet nodig om al dat moois te vernietigen.
Deze passage uit Meulemans las ik in de trein terwijl ik terugkeerde van Ieper. Daar ga ik elke week een dag als vrijwilliger meehelpen in het kenniscentrum van het In Flanders Fieldsmuseum om als catalograaf boeken in te voeren. Via deze boeken passeren honderden levens die gedood of verminkt werden in de lente van hun leven, zoals dat dan soms wordt gezegd. En ja, die haiku riep bij mij doorheen de broosheid van een lentebloesem ook die jonge levens op die bedreigd werden en geknakt tijdens die Eerste Wereldoorlog.
Wat nog meer verbijsterend is: ook op dit eigenste moment dat ik dit schrijf of dat jij dit leest, worden honderden en honderden jonge levens in al hun schoonheid én in al hun broosheid zoals lentebloesems bedreigd op die vele plaatsen van geweld en oorlog en onvrijheid die er zijn op onze aardbol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten