zondag 16 april 2017

Pasen 2017

Voor deze paasdag heb ik bij elkaar gelezen een voorstelling van Giotto (1266/67 - 1337 ) bij een gedicht van Rilke (1875-1926).

DE VERREZENE

Tot het laatste was hij niet in staat
haar te weigeren, of te verbieden
dat haar liefde fierheid in haar wekte;
en ze zonk aan 't kruis neer in 't gewaad
van een lijden dat haar overdekte
met de pronkjuwelen van haar liefde.

Maar toen zij daarna, om hem te zalven,
't graf opzocht, met tranen van verdriet,
was hij al verrezen, harenthalve,
om haar inniger te zeggen: Niet-

In haar grot pas zou tot haar doordringen
hoe hij haar, gesterkt door eigen dood,
eindelijk des balsems leniging en
't voorgevoel van aanraking verbood,

om uit haar een minnares te vormen
die zich niet meer naar haar liefste neigt,
daar zij immers, door enorme stormen
aangegrepen, aan zijn stem ontstijgt.

(Vertaling door Peter Verstegen, in Rainer Maria Rilke, Nieuwe gedichten. Het andere deel., uitg. van Oorschot, Amsterdam, 1998, blz.67)

Twee kleine bemerkingen bij de tekst:
-op het einde van de tweede strofe: Niet, dit verwijst naar het verhaal uit het Johannesevangelie (hfst. 20, 17) waarbij Jezus tot Maria Magdalena zegt; Noli me tangere, raak mij niet aan;
-bij het begin van de derde strofe: in haar grot, dit verwijst naar de overlevering dat Maria Magdalena later in Zuid-Frankrijk zou terecht gekomen zijn waar zij als kluizenares in een grot zou geleefd hebben.

(Scrovegni kapel Padua, detail )


Geen opmerkingen:

Een reactie posten