woensdag 22 november 2017

Woorden en hun (on)macht

In enkele vorige blogposts maakte ik melding van een actie van Amnesty International ten gunste van Arabische schrijvers die 50 stokslagen krijgen omwille van hun schrijfsels. Waarom zijn machthebbers zo bang van dichters en schrijvers?
Eind oktober viel het NTGent Magazine in de bus en ik ben blij dat het nog een papieren versie is, want zo blijft het binnen je blikveld liggen, wachtend om gelezen (en eventueel her-lezen) te worden. Wat anders dan digitale tijdschriften die zo gemakkelijk verloren geraken tussen al die nullen en enen van het helverlichte digitale computerscherm.

Auteur en regisseur Peter Verhelst opent dat nummer met een pleidooi voor de poëzie. Ik neem graag over uit dat editoriaal met als titel: Taal is macht.
(Brugge sept. 2014 calligrafietentoonstelling -eigen foto)
"In deze tijden ga ik poëzie op het podium brengen uit mijn bundel Koor. Gedichten. Versjes?
Dat doe ik volmondig, ja. Omdat ik geloof dat poëzie niet alleen het kwetsbaarste, maar ook het meest essentiële literaire genre is. Poëzie gaat altijd en in elk woord over taal: wat is taal, wat wordt er gezegd, wat wordt er niet gezegd, wat kan er niet worden uitgesproken en wat wordt er uitgesproken omdat het niet kan worden uitgesproken? Taal is macht. Sla er de kranten maar op na. Kijk hoe Trump aan de macht is gekomen. Luister naar onze politici (werkgever, goeroe, echtgenoot, journalist), onze Trumpjes, hoe ze door halve waarheden te verzwijgen zeggen wat jij wil horen. Enz...
Poëzie is per definitie emancipatorisch, omdat ze je tussen de regels door traag leert te lezen. Omdat ze je leert te zien hoe de anderen hun blik aan je opdringen. Omdat ze platitudes blootlegt. 
Het hart van poëzie is de weigering om wat je zegt, voelt, om wat je voorgekauwd en aangepraat wordt, klakkeloos te aanvaarden en te herhalen. Daarom herschikt de dichter de 26 letters van het alfabet, de woorden, de witregels, in de hoop een bres te slaan tussen wat we kennen en wat we nog niet kennen, zo niet, misschien, overigens, desalniettemin, vermoedelijk. Poëzie weigert en zoekt. En vindt. En vindt nooit. En faalt. Altijd. Poëzie is een ode aan het falen. Aan die ene millimeter die ons altijd zal scheiden van wat/wie we denken aan te kunnen raken. Opdat we weer verder zouden kruipen. En nog een millimeter Tot in een andere donkere kamer, waar een lamp ligt te branden."


En over de macht van woorden schreef de Franse dichter Paul Eluard volgend gedicht.

Er zijn woorden die doen leven
En dat zijn onschuldige woorden
Het woord warmte het woord vertrouwen
Liefde rechtvaardigheid en het woord vrijheid
Het woord kind en het woord vriendelijkheid
En bepaalde bloemennamen en bepaalde vruchtennamen
Het woord moed en het woord ontdekken
En het woord broer en het woord kameraad
En bepaalde namen van landen en dorpen
En bepaalde namen van vrouwen en vrienden

(uit de bloemlezing van Amnesty International Hoop. Gedichten over grenzen,
uitgegeven bij Bekking|& Blitz, 2016)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten