vrijdag 3 augustus 2018

Schubert nodigt uit...

De Zweedse Nobelprijswinnaar literatuur 2011 Tomas Tranströmer heeft iets met muziek. Vele van zijn gedichten zijn geschreven met uitdrukkelijke verwijzingen naar een of ander muziekwerk, meestal klassiek, soms jazz.
In een reeks van vijf gedichten onder de gemeenschappelijke titel Schubertiana probeert hij te verwoorden wat muziek van Schubert bij hem teweeg brengt en wat het bij hem oproept aan gevoelens, beelden, ervaringen, bedenkingen.
(Schubert: afbeelding
gevonden op internet)

Het vierde gedicht uit die reeks gaat helemaal over het thema 'vertrouwen'. Vertrouwen hebben we heel de dag door nodig, want zonder zouden we niet ver geraken. Dat maakt de dichter ons op indringende wijze bewust.

Een vers dat uitnodigt tot vertrouwen en om bewust te leven vanuit dit besef dat zonder vertrouwen in elkaar en in mensen en dingen die ons omgeven ons leven onmogelijk wordt.





SCHUBERTIANA

IV

Zoveel waarop wij moeten vertrouwen om ons dagelijks bestaan
          te kunnen leven zonder door de aarde te zakken!
Vertrouwen op de sneeuwmassa's die zich aan de berghelling
          boven het dorp vastklampen.
Vertrouwen op de zwijgbeloften en de glimlacht van verstandhouding,
          erop vertrouwen dat ongelukstelegrammen niet ons gelden en dat
          de plotselinge  bijlslag van binnenuit uitblijft.
Vertrouwen op de wielassen die ons over de snelweg dragen
          te midden van de driehonderd keer vergrote stalen bijenzwerm.
Maar niets van dat alles is eigenlijk ons vertrouwen waard.
De vijf strijkstokken zeggen dat wij op iets anders kunnen vertrouwen.
Op wat? Op iets anders, en zij volgen ons een eindweegs daarheen.
Zoals wanneer het licht op de trap uitgaat en de hand -
          vol vertrouwen - de blinde armleuning volgt in het donker.

(vertaling: Bernlef, uit: De herinneringen zien mij, Amsterdam, 2011, blz.181)






Geen opmerkingen:

Een reactie posten