maandag 1 oktober 2018

Woord en beeld: een antieke torso

De Poolse Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska  thematiseerde in veel van haar gedichten de tijd en de plaats van de mens in de kosmos en de geschiedenis. Haar taal en woordgebruik is heel eenvoudig maar toch weet ze te boeien door de lezer mee te nemen in haar eigen (kijk)ervaringen en de vragen die daarbij opkomen.
Ze specificeert niet welke sculptuur ze voor ogen had bij het maken van dit gedicht uit haar bundel "Dubbele punt. Gedichten", maar de zogenaamde "torso belvedere" van het Museo Pio Clementino (een van de Vaticaanse musea) zou model kunnen hebben gestaan.




HET GRIEKSE BEELD

Met behulp van mensen en andere elementen
heeft de tijd er zijn handen vol aan gehad.
Eerst ontnam hij het de neus, daarna geslachtsdelen,
vervolgens vingers en tenen,
in de loop der jaren armen, de een na de ander,
rechterdij en linkerdij,
rug en heupen, hoofd en billen,
en dat wat al was afgevallen, sloeg hij aan stukken,
tot puin, tot gruis, tot zand.

Als op die manier een levend iemand sterft,
stroomt er bij elke slag veel bloed weg.

Beelden van marmer sneuvelen echter wit
en niet altijd volledig.

Dat, waarvan hier sprake is, heeft nog zijn romp
en lijkt op een bij inspanning ingehouden adem,
aangezien het nu zijn taak is
op zich 
te nemen
alle charme en ernst
van de verloren gegane rest.

En dat gaat hem goed af,
dat gaat hem nog steeds goed af,
hij doet alsof en betovert,
betovert en duurt voort -

Ook de tijd verdient hier een eervolle vermelding,
want hij heeft voor even zijn werk onderbroken
en iets uitgesteld tot later.
(uit: W.Szymborska, Dubbele punt. Gedichten. Breda, 2007, blz. 36-37)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten