maandag 4 februari 2019

Letters waren in woorden rond... --POËZIEWEEK 2019 dag vijf --

De dichter verwondert zich telkens opnieuw over zijn eigen bezigheid.
Miriam Van Hee is een maand aan een bergmeer en bekijkt de bergen aan de overkant...Zo komt ze haar eigen gedichten tegen...

EEN MAAND AAN HET MEER

2

de berg aan de overkant lijkt in het middaglicht          
(eigen foto Gavarnie sept. 2017)

overdekt met een grijsgroene schapenvacht waar
de regen geen vat op heeft, of met een soort
mos, waarin je vinger een afdruk zou kunnen

achterlaten, dat jij hier geweest bent, maar het
is geen geheel, dat weet je, het zijn krakende
stammen, als lachen ze met je, het is jachtgebied
en is daar niet onlangs de wolf opgedoken, je

hoort vinken, eekhoorns, en in de verte loopt
water en jij zoekt naar paddenstoelen en bramen
en je bent stil, alsof ze gevoelig zijn, maar dat zijn

ze niet, zoals de woorden van een gedicht laten
ze zich niet bidden, ze zijn als de zon en de maan
ze houden geen rekening met je bestaan

(uit: Het Liegend Konijn, 2017/1, blz. 229)

De woorden van een gedicht laten zich niet bidden, ze houden geen rekening met je bestaan, zoals de zon en de maan. Maar wat zou onze wereld zijn zonder zon of zonder maan????

Geen opmerkingen:

Een reactie posten