vrijdag 1 juli 2016

Hoeveel lagen telt een mensenhart?


In september 2015 verscheen bij Uitgeverij Hollands Diep de laatste dichtbundel van Joost Zwagerman "Wakend over God". Juist in die dagen stapte deze schrijver-dichter zelf uit het leven.
 In deze poëziebundel hebben vele gedichten mij sterk beroerd, in het bijzonder dit gedicht "Hart" (blz. 50-51).

De dichter weeft verleden en heden voortdurend door elkaar. Er is het vers waarin hij expliciet verwijst naar zijn bundel uit 2001 (Zeven Joosten). Er is het even expliciete citaat van L.P. Hartley uit zijn boek "The Go-Between" (1953) en verfilmd in 1971 : "The past is a foreign country, they do things differently there".

Zoals in bijna alle gedichten van deze bundel vinden we verwijzingen naar Bijbelse verhalen.  Het evangeliecitaat "Noli me tangere" is een uitspraak van de Verrezen Jezus die aan Maria Magdalena verschijnt en zegt dat zij Hem niet mag vasthouden.  En de dichter vereenzelvigt zich met een door de duivel bezeten man die Jezus ontmoet volgens het Marcusevangelie, hfs.5. Als de man gevraagd wordt hoe hij noemt zegt hij : 'mijn naam is Legioen en we zijn met velen'. De Zeven Joosten klinken hier door.

Aan het slot verwijst Zwagerman naar een jazznummer van het Yuri Honing Acoustic Quartet "Desire" waar de muzikanten spelen met een thema van de barokcomponist Claudio Monteverdi, Lasciate Mi Morire. Dat madrigaal vertolkt een doodswens omdat het leven niets meer te bieden heeft aan wie verder moet zonder zijn geliefde. Deze verwijzing naar de doodswens grijpt des te dieper aan omdat Zwagerman zelf ingegaan is op het in zijn hart levende doodsverlangen.


HART


Ooit had ik zeven mooie levens
die ik naast mijn ene leven legde op de kast.
Uit: 'Zeven Joosten', Bekentenissen van de pseudomaan

Hoor het hart, de teerste spier. Bitterzoet orgaan.
Driehonderd gram bietrode specie. Hoofdbewoner
in de thoraxholte. Frêle vuist die stompt en pompt.
De intiemste vreemdeling achter ons borstbeen.
Het kleine, rozerode waterbed waarop we
springend naar een zeer intense hemel reiken,
lichaamsdeel dat ritmisch vraagt of onze wereld klopt.
Een gratis drummachine, ons eeuwig lenig vlees.

The past is a foreign country, zei ooit die-en-die.
Wat heet land. Een continent, een verdroomd arcadie.
Van paradijs gaan we naar ademnood,
krop in keel, terwijl de huid zich poedert
met het rauwste rood. Het malle hart
is straf en star galop, struikelen,
stuiteren, duikelen, tot alle hartslag niets dan
zweepslag is. Noli me tangere.

Ooit was ik, huis-tuin-en-keukenheilandje,
volkomen en volmondig Legioen
en had wel zeven levens. Nu nog één :
één hoofd dat zelfgeschapen wetten tart.
Geen kosmos is ooit groter dan
een plastic-zakjestas, zoals het hoofd
past in de holte van een uitgeholde kies.
En daar weer in, in het speldgeworden
schedeldak, restanten van het kloppend
misverstand, kwantumkleine spier,
DNA van onbestemd verlangen,
zachtjes rondgepompt : ons hart.

Vrij naar  Desire van Yuri Honing.





(afbeelding gevonden op internet - Valentina de Blase)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten