vrijdag 20 januari 2017

Sint Sebastiaan

De katholieke kerk viert op deze dag de Heilige Sebastianus, martelaar. Over zijn leven en dood zijn veel meer onduidelijkheden dan zekerheden, maar hij was een van de grote pestheiligen in de Middeleeuwen. Door gelovige holebi's wordt hij geëerd natuurlijk vooral omwille van de vele mooie verbeeldingen, maar mede ook omdat in de voorbije decennia de AIDS-epidemie vaak werd omschreven als een nieuwe pest.

Onlangs kwam mij een gedicht van Rilke terug onder ogen dat hij heeft geschreven bij het zien van een werk van Sandro Botticelli uit 1474, een van de eerste mannelijke naakten op zo'n formaat in de westerse schilderkunst.
Hier het gedicht van Rainer Maria Rilke. Ik geef de Duitse tekst en daarna twee vertalingen, een van Maurits Van Vossole (1983) en een van Peter Verstegen (1997). Deze vertalingen helpen het schilderij én het gedicht van Rilke her-lezen. En de Argentijnse dichter Juarroz zegt in een interview ergens:  "Een gedicht zal altijd onvolledig zijn. Niet alleen omdat alles onvolledig is, maar omdat het gedicht zich moet ontplooien en tot stand komen bij diegene die het ontvangt. Meer nog, het gedicht moet in staat zijn zich te herscheppen en zich eindeloos te vervolledigen bij zijn schepper en bij de anderen." Aan ons om schilderij en gedicht te vervolledigen...

SANKT SEBASTIAN

Wie ein Liegender so steht er; ganz
hingehalten von dem grossen Willen.
Weitentrückt wie Mütter, wenn sie stillen,
und in sich gebunden wie ein Kranz.

Und die Pfeile kommen: jetzt und jetzt
und als sprängen sie aus seinen Lenden,
eisern bebend mit den freien Enden.
Doch er lächelt dunkel, unverletzt.

Einmal nur wird seine Trauer gross,
und die Augen liegen schmerzlich bloss,
bis sie etwas leugnen, wie Geringes,
und als liessen sie verächtlich los
die Vernichter eines schönes Dinges.

SINT SEBASTIAAN

Lijk een liggend beeld staat hij daar gans
in zichzelf bedwongen door te willen.
Starend als een moeder bij het stillen,
aan zichzelf verslingerd als een krans.

En de pijlen komen hier en daar,
of zij uit zijn lenden zelf ontstonden,
en zij sidderen bij hun einden, maar
hij lacht geheimzinnig, ongeschonden.

Eén moment is hem 't verdriet te groot,
en zijn ogen liggen pijnlijk bloot,

tot zij iets verloochenen, als gering,
alsof zij voorbijgaan, hun te min,
aan vernielers van een beeldschoon ding.
(vertaling Maurits Van Vossole)

SINT SEBASTIAAN

Als een man die ligt, zo is zijn staan;
machtig willen houdt hem opgeheven.
Moederweelde reikt de borst zo aan
en een krans is zo in zich verweven.

En de pijlen komen: keer op keer
lijken ze zijn lendenen onbtsprongen;
't vrije eind trilt staalhard heen en weer.
Maar hij glimlacht donker, ongeschonden.

Eén moment maar wordt zijn lijden groot,
en zijn ogen liggen pijnlijk bloot
tot ze 't loochenen als te gering,
als verachten zij tot in de dood
de vernietigers van een mooi ding.
(vertaling Peter Verstegen)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten