vrijdag 6 mei 2016

Woord en beeld - strandgenoegens

De dichter Mark van Tongele publiceerde in het januarinummer van de Poëziekrant (PK jg.40,nr.1) enkele gedichten, waaronder dit beschrijvende gedicht over het leven op het strand.


EEN LENTEDAG MET ZOMERALLURES

Badgasten en dagjesmensen zitten er warm in. Op de strandtrap die leidt naar
de dijk, waar de bevlagde hotels en eethuizen hoogdag vieren, is het een komen

en gaan. De deuren van de badhokjes staan wagenwijd open, overal vouwstoelen,
sommige met een luifel, kriskras zeildoeken tegen de wind, die zwak is vandaag.

De kleuren van de warme klank zijn : rood, roodbruin, oranje, oker en geel.
Met mijn kleinzonen bouw ik een zandkasteel. Vlakbij de vloed zingen wij.

Kinderen opgaand in het zand, of aan de ouderlijke hand pootjesbadend
in de uitstromende golven. Op de golfbrekers, waar het water overheen spat,

wordt gezocht naar mosseltjes, krabben of schelpen. Op de pier die op hoge
poten ver in zee reikt, trachten hengelaars een visje aan de haak te krijgen.

Het hele leven, de kern van het bestaan, openbaart zich in alledaagse fenomenen.


Het eerste echte goede weer van dit jaar zal zulke taferelen weer tot leven wekken. Zoals het vroeger ook al was, wat we onder andere kunnen ontdekken bij de schilder James Ensor.
Ik denk dan aan een bekend werk van deze Oostende schilder, dat in vorige eeuw nog figureerde op een Belgisch biljet van 100 frank.  "De baden van Oostende" met ook vele rode en roodbruine tinten toont ook een heel vol strand waar je je blik kunt laten dwalen over velerlei kleine activiteiten.  Dit tafereel is natuurlijk een uitbeelding van het strandleven ruim honderd jaar geleden, maar ondanks een wat andere outfit blijft het een spel van zien en gezien worden, een spel van water en zand, een spel van groot en klein... Ik vermoed dat Ensor met zo'n werk ook een soort openbaring wil brengen van het hele leven, een visuele variant van het gedicht van van Tongele.


(James Ensor : De baden van Oostende)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten