donderdag 11 augustus 2016

over de kracht van mededogen -11-

De Argentijnse dichter Roberto Juarroz schreef een werk bijeen dat hij verzamelde onder één titel, nl. Verticale poëzie.  De honderden gedichten die hij in dertien bundels uitbracht vertrekken telkens weer vanuit de verwondering. Verwondering over mensen en dingen, over hoe het leven loopt, over wat woorden (slechts) kunnen verwoorden, over wie mensen (maar)(toch ook) zijn, over wat er leeft in een mens aan vragen en verlangens en verleden en toekomst.

Geboeid ben ik altijd al door reflecties, omdat spiegelingen ons uitdagen om anders naar onze omgeving te kijken. Reflecties kunnen dan ook soms heel ontregelend werken. In de editie van Watou dit jaar zijn er heel wat spiegels en camera's te zien. Zo kom ik dan ook gemakkelijk uit bij een van Juarroz' gedichten over spiegelingen bij een werk van Yves Velter dat ik gezien heb in de graanschuur.

(uit : Elfde Verticale Poëzie , deel 1, gedicht 18; vertaling: Guy Posson, uitgeverij P, 2001)

Ik spreek woorden uit in het aanschijn van de spiegel.

Nu eens vluchten zij weg in de lucht.
Dan weer maken zij die spiegel dubbel
en zie ik twee spiegels oog in oog staan.
Maar af en toe
treden woorden de spiegel binnen.

Woorden hebben niet geleerd zich te spiegelen
omdat zich spiegelen buiten blijven is.

Spiegeling is het begin van verlies.

(of de slotregel in het Spaans:
El reflejo es el comienzo de la pérdida.)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten